De Britse dichter T.S. Eliot wist het al: April is the cruellest month. Soms lijkt het wel alsof de vierde maand van het jaar behekst is. Zo kan het zomaar gebeuren dat je ’s ochtends zonder jas naar je werk vertrekt, om vervolgens aan het einde van de middag te constateren dat een winterjas geen overbodige luxe was geweest.
Overgangsmaand
Voor het grillige karakter van april bestaat een verklaring. Eigenlijk is het gewoon een gevolg van een verkeerde perceptie. In april denk je dat de lente al volop bezig is, terwijl de maand volgens de weerkalender in feite een overgangsmaand is. De zon staat weliswaar al hoog aan de hemel, maar op de hogere breedtegraden (die het klimaat in België mee bepalen) is Koning Winter nog lang niet uitgespeeld. Tot halverwege april liggen er in Scandinavië metersdikke pakken sneeuw en zakken de temperaturen er geregeld beneden de 30 graden onder nul.
Koudeprikken
Als de wind vanuit het noorden komt, waait die poolkou dus recht naar ons toe. Bovendien reist de snerpende kou over duizenden kilometers koud zeewater, waardoor ze nauwelijks aan kilheid inboet onderweg. Een serieuze winterprik is het gevolg. Zo’n aprilse koudegolf is vooral nefast voor planten en dieren als de winter heel zacht is geweest. Struiken en bomen zijn dan immers veel vroeger dan normaal in bloei geraakt, waardoor ze extra kwetsbaar zijn voor nachtvorst. Koudeprikken in april houden dan ook vaak lelijk huis. Het zal je niet verbazen dat vooral fruitkwekers bevreesd zijn voor de grillen van april.
Records
Nochtans kent april volgens het KMI in Ukkel op gemiddelde basis slechts 0,2 vorstdagen. Maar een gemiddelde zegt eigenlijk niet veel, want één vorstdag is vaak al genoeg om een aangenaam lentegevoel compleet om zeep te helpen. Voor hét kouderecord moeten we terug naar 12 april 1986: toen vroor het 4,7 graden onder nul. Maar april kent soms ook uitzonderlijk warme dagen. Op 17 april 1949 was het maar liefst 28,7 graden. Dat de aprilse temperaturen sterk kunnen schommelen, bewijst de lente van 1991. Tijdens de eerste helft van april was het toen zeer aangenaam lenteweer, met regelmatig maxima boven de 20 graden. Vanaf 19 april sloeg het weer echter compleet om. Het kwik daalde tot 7,1 graden (maximum!) en de minimumtemperatuur bedroeg op 21 april slechts 2,4 graden.Ook op het vlak van neerslag zeggen de gemiddelden niet veel over april: 50 milliliter in Laag- en Midden-België, wat relatief weinig is. Maar de perceptie bedriegt alweer: als het regent in april, valt het water vaak met bakken uit de lucht. Bovendien gaat neerslag vaak gepaard met gedonder en gebliksem. Voor de natste aprildag moeten we ver terug: op 24 april 1903 viel er in Ukkel liefst 36,6 milliliter in de pluviometer.
Geen druppel regen!
Ook sneeuw is geen onbekende voor april. Gemiddeld zijn er 2,4 sneeuwdagen. In 1970 waren er dat zelfs negen. Maar april zou niet zo wispelturig zijn als de maand niet ook flink wat zonneschijn had. In 2007 werd de recordwaarde van 301 uren zonneschijn behaald. En geloof het of niet; tijdens die maand viel er geen enkele druppel regen in Ukkel. Vooralsnog is april 2007 de enige kalendermaand die dat ooit voor elkaar heeft gekregen.