De goedkoopste optie
Heb je niet zo veel plaats in je tuin en wil je geen al te grote investering doen, dan is een plantenbed met een tunnelserre een goede oplossing. Je kan daarbij gebruik maken van goedkope of recyclagematerialen als plastic buizen, houten latjes en plasticfolie zoals in dit voorbeeld.
Een volwaardige serre
Zie je het nog groter, bouw dan een volwaardige serre met een zelfbouwpakket – de snelle maar iets duurdere optie – of knutsel zelf een grote serre in elkaar – wat iets goedkoper is maar meer tijd in beslag neemt. Zorg eerst voor een goede fundering, en bevestig daarop een frame van houten plankjes in de vorm van een huisje. Daarop bevestig je folie met nietjes of plastic platen die je vastschroeft in het houten frame. Bij zo’n grote serre is het belangrijk dat alles stevig in elkaar zit. Zorg dus voor extra versteviging met plankjes als je frame niet stabiel genoeg lijkt. Voorzie ook een stuk dat je gemakkelijk kunt openen om de serre te verluchten of om de planten water te geven.
Welke groenten kun je nu al kweken?
Zodra de vorstperiode voorbij is, kun je de eerste groenten beginnen te zaaien. In de serre kun je nu bijvoorbeeld al starten met broccoli, asperges, bloemkool, courgettes, komkommer, pompoen, prei, radijsjes, raketsla, selder en suikermaïs. Online vind je handige zaaikalenders die je precies vertellen welke groenten je wanneer kunt zaaien, planten en oogsten. De zaadjes plant je het best in een luchtige grond die je vochtig houdt. Dikkere zaden kun je een voorsprong geven door ze vierentwintig uur te laten weken in een potje water. Doordat ze vocht opnemen, barst de zaadhuid en kunnen de zaadjes sneller kiemen. Zodra de eerste plantjes opschieten, voeg je wat meststof toe. Kies voor een organische soort die geleidelijk wordt opgenomen in de plant en die de wortels niet verbrandt. Ontdek je onkruid tussen je opschietende groenten? Verwijder het dan meteen, want het zorgt ervoor dat je groentjes niet goed kunnen groeien, zodat je oogst kan mislukken.